3.3. S'agissant des deux premières situations à savoir
, celle relative au garant ayant signé un engagement de prise en charge et celle relative aux transporteurs publics ou privés, dès lors que l'auteur du projet opte, à l'instar de ce qui est prévu par l'article 13, alinéa 2, de la loi du 30 avril 1999, pour la fixation d'un montant forfaitaire des frais d'hébergement, de séjour et de soins de santé des étrangers maintenus dans un centre fermé aux fins d'éloignement, il ne se justifie plus, compte tenu de cet objectif d'uniformisation poursuivi par l'auteur du projet ainsi que du mode de calcul expliqué dans le rapport au Roi, de contin
...[+++]uer à prévoir (5), tant à l'article 17/7, § 2, alinéa 1, de l'arrêté royal du 8 octobre 1981 précité, qu'à l'article 2, alinéa 1, de l'arrêté royal du 14 janvier 1993 précité, que peuvent, outre le montant forfaitaire, être, réclamés « des frais supplémentaires qui auraient été exposés individuellement ».3.3. Wat de eerste twee gevallen betreft, namelijk het geval van de borg die een verbintenis tot tenlasteneming heeft ondertekend en het geval van de openbare of private vervoerders, is het, aangezien de steller van het ontwerp ervoor kiest om, in navolging van wat bepaald is in artikel 13, tweede lid, van de wet van 30 april 1999, een forfaitair bedrag vast te stellen voor de kosten voor huisvesting, verblijf en geneeskundige verzorging van de vreemdelingen die met het oog op hun verwijdering vastgehouden worden in een gesloten centrum, zowel gelet op die doelstelling van eenvormigheid die de steller van het ontwerp nastreeft als op de berekeningswijze toegelicht in het verslag aan de Koning, niet meer verantwoord om zowel in artikel 17/7,
...[+++] § 2, eerste lid, van het voornoemde koninklijk besluit van 8 oktober 1981 als in artikel 2, eerste lid, van het voornoemde koninklijk besluit van 14 januari 1993 te blijven bepalen (5) dat, naast het forfaitaire bedrag, " individueel gemaakte extra kosten" kunnen worden teruggevorderd.