Art. 12. Lorsque le propriétaire ou ses ayants cause se manifestent, dans le délai fixé à l'article 11, §§ 1 et 3, auprès du receveur des épaves et fournissent la preuve de leur propriété, les épaves et débris d'épaves sont restitués au propriétaire ou à ses ayants cause, moyennant remboursement préalable, conformément aux modalités à fixer par le Roi, au receveur des épaves et à l'auteur de la découverte des coûts supportés, notamment les coûts du renflouage et de la conservation des épaves et débris d'épaves.
Art. 12. Wanneer de eigenaar of zijn rechtverkrijgenden zich binnen de in artikel 11, § 1 en § 3 gestelde termijn, aanbieden bij de ontvanger der wrakken en het bewijs leveren van hun eigendom, worden de wrakken en wrakstukken teruggeven aan de eigenaar of zijn rechtverkrijgenden, op voorwaarde van voorafgaande terugbetaling, overeenkomstig de door de Koning te bepalen nadere regels, aan de ontvanger der wrakken en aan de vinder van de gemaakte kosten, waaronder de kosten voor het bovenhalen en bewaren van de wrakken en wrakstukken.