Art. 25. § 1. Tout membre du personnel, privé de son emploi par suite de suppression d'emploi ou à l'expiration du terme assigné à une absence réglementairement autorisée, est, sur la proposition du jury de recrutement de l'établissement auquel il appartient, chargé par le ou les Ministre(s) dont il relève, de tâches en rapport avec son titre, ses rang et grade ainsi que sa qualification professionnelle, en attendant qu'il puisse être réaffecté ou transféré.
Art. 25. § 1. Ieder personeelslid dat zijn betrekking verliest als gevolg van de afschaffing van de betrekking of bij het verstrijken van de termijn toegekend voor een bij een regeling toegelaten afwezigheid, wordt, op voorstel van de wervingscommissie van de instelling waartoe het behoort, door de minister(s) onder wie deze ressorteert, belast met opdrachten in verband met zijn titel, zijn rang en zijn graad alsook met zijn beroepskwalificatie, in afwachting dat het wordt gereaffecteerd of overgeplaatst.