Tenant compte de cette réalité, l’article 21 de la décision-cadre relative à la décision européenne de contrôle judiciaire supprime expressément l’exigence normalement attachée au mandat d’arrêt d’européen, à savoir que l’infraction pour laquelle celui-ci est émis soit passible d’une peine privative de liberté d’un maximum d’au moins douze mois[11].
Daarom neemt artikel 21 van het kaderbesluit inzake het Europees surveillancebevel uitdrukkelijk afstand van de normale aan het Europees aanhoudingsbevel verbonden vereiste dat op het strafbare feit waarvoor het bevel wordt uitgevaardigd een vrijheidsstraf van ten minste twaalf maanden[11] moet staan.