26. Les mineurs ne peuvent être placés en rétention que si leur intérêt supérieur l’exige, conformément à l’article 22, paragraphe 2, et qu’après prise en compte des conclusions de l’examen individuel de leur situation conformément à l’article 11, paragraphe 5.
58. Minderjarigen worden niet in bewaring gehouden, tenzij dat in hun belang is, zoals voorgeschreven in artikel 22, lid 2, en alleen op grond van de vaststellingen van de individuele beoordeling van hun situatie in overeenstemming artikel 11, lid 5.