Vertaling van "supérieur des professions " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

conseil supérieur des professions économiques | CSPE [Abbr.]
Hoge Raad voor de economische beroepen

conseil supérieur des professions de la santé
Hoge Raad voor gezondheidsberoepen

Conseil supérieur des professions économiques
Hoge Raad voor de economische beroepen

Conseil supérieur des Professions de la Santé - Section Médecins
Hoge Raad voor de Gezondheidsberoepen - Afdeling Artsen

Conseil supérieur des professions de la santé
Hoge Raad voor de Gezondheidsberoepen

directeur d'établissement d'enseignement supérieur | directeur d'établissement d'enseignement supérieur/directrice d'établissement d'enseignement supérieur | directrice d'établissement d'enseignement supérieur
rector | voorzitster van het college van bestuur | algemeen directrice hogeschool | directeur hogeronderwijsinstelling

dette de rang supérieur non privilégiée | instrument de dette de rang supérieur non privilégié | titre de créance de rang supérieur non privilégié | titre de dette de rang supérieur non privilégié
schuldinstrument van niet-preferente schuld van hogere rang

enseignement supérieur [ école supérieure | enseignement postsecondaire | enseignement tertiaire | grande école | institut d'enseignement supérieur | institut de technologie ]
hoger onderwijs [ academie | academisch onderwijs | grande école | hogere vakschool | hogeschool | instelling voor hoger onderwijs | instelling voor technisch onderwijs | tertiair onderwijs ]

technicien supérieur atomicien conduite de systèmes nucléaires | technicienne supérieure atomicienne conduite de systèmes nucléaires | conductrice de bloc nucléaire | opérateur de conduite en centrale nucléaire/opératrice de conduite en centrale nucléaire
bediener nucleaire eenheid | operator kerncentrale | exploitatietechnicus kerncentrale | onderhoudselektricien van nucleaire centrales

communiquer les problèmes à ses supérieurs
problemen doorgeven aan ervaren collega’s

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

6° Conseil supérieur : le Conseil supérieur des professions économiques, créé par l'article 54 de la loi du 22 avril 1999 relative aux professions comptables et fiscales;
6° Hoge Raad : de Hoge Raad voor de economische beroepen opgericht bij artikel 54 van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen;

Considérant l'avis du Conseil supérieur des professions économiques, donné le 22 mars 2017;
Overwegende het advies van de Hoge Raad voor de economische beroepen, gegeven op 22 maart 2017;

Considérant qu'il convient de déterminer les modalités de coopération entre le Collège de supervision des réviseurs d'entreprises, le Conseil supérieur des professions économiques et le ministre ayant l'Economie dans ses attributions;
Overwegende dat het passend is om de maatregelen op het vlak van de samenwerking tussen het College van toezicht op de bedrijfsrevisoren, de Hoge Raad voor de economische beroepen en de minister bevoegd voor Economie te bepalen;

SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE - 3 DECEMBRE 2017. - Arrêté royal relatif à la coopération nationale entre le Collège de supervision des réviseurs d'entreprises, le Conseil supérieur des professions économiques et le ministre ayant l'Economie dans ses attributions ainsi que relatif à la coopération internationale avec les pays tiers
FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE - 3 DECEMBER 2017. - Koninklijk besluit betreffende de nationale samenwerking tussen het College van toezicht op de bedrijfsrevisoren, de Hoge Raad voor de economische beroepen en de minister bevoegd voor Economie, alsook betreffende de internationale samenwerking met derde landen

13° Conseil supérieur: le Conseil supérieur des professions économiques, créé par l'article 54 de la loi du 22 avril 1999 relative aux professions comptables et fiscales;
13° Hoge Raad: de Hoge Raad voor de economische beroepen opgericht bij artikel 54 van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen;

30 MAI 2016. - Avis relatif à l'approbation de la recommandation interinstituts concernant les missions qui incombent au réviseur d'entreprises, à l'expert-comptable externe, au conseil fiscal externe, au comptable agréé externe ou au comptable-fiscaliste agréé externe dans le cadre de l'article 10, alinéa 5, de l'article 12, § 1, alinéa 5, et de l'article 17, § 2, 5° et 6°, de la loi du 31 janvier 2009 relative à la continuité des entreprises Conformément aux dispositions de l'article 30 de la loi du 22 juillet 1953 créant un Institut des Réviseurs d'Entreprises et organisant la supervision publique de la profession de réviseur d'entreprises, coordonnée par arrêté royal du 30 avril 2007, un projet de recommandation concernant les missions qui incombent au réviseur d'entreprises, à l'expert-comptable externe, au conseil fiscal externe, au comptable agréé externe ou au comptable-fiscaliste agréé externe dans le cadre de l'article 10, alinéa 5, de l'article 12, § 1, alinéa 5, et de l'article 17, § 2, 5° et 6°, de la loi du 31 janvier 2009 relative à la continuité des entreprises a été soumis pour approbation au Conseil supérieur des Professions économiques et au ministre ayant l'Economie dans ses attributions, après avoir fait l'objet d'une consultation publique.
30 MEI 2016. - Bericht met betrekking tot de goedkeuring van de interinstitutenaanbeveling inzake de opdrachten voor de bedrijfsrevisor, de externe accountant, de externe belastingconsulent, de externe erkende boekhouder of de externe erkende boekhouder-fiscalist in het kader van artikel 10, vijfde lid, artikel 12, § 1, vijfde lid, en artikel 17, § 2, 5° en 6°, van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen Overeenkomstig de bepalingen van artikel 30 van de wet van 22 juli 1953 houdende oprichting van een Instituut van de Bedrijfsrevisoren en organisatie van het publiek toezicht op het beroep van bedrijfsrevisor, gecoördineerd door het koninklijk besluit van 30 april 2007, werd een ontwerp van aanbeveling inzake de opdrachten voor de bedrijfsrevisor, de externe accountant, de externe belastingconsulent, de externe erkende boekhouder of de externe erkende boekhouder-fiscalist in het kader van artikel 10, vijfde lid, artikel 12, § 1, vijfde lid, en artikel 17, § 2, 5° en 6°, van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen, ter goedkeuring voorgelegd aan de Hoge Raad voor de Economische Beroepen en aan de minister bevoegd voor Economie, na het voorwerp te hebben uitgemaakt van een publieke consultatie.

Cette recommandation a été adoptée par le Conseil de l'Institut des Réviseurs d'Entreprises en date du 26 février 2016 et a été approuvée par le Conseil supérieur des Professions économiques et par le ministre ayant l'Economie dans ses attributions.
Deze aanbeveling werd aangenomen door de Raad van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren op 26 februari 2016 en werd goedgekeurd door de Hoge Raad voor de Economische Beroepen en door de minister bevoegd voor Economie.

Les instituts professionnels se trouvent sous le contrôle du Conseil supérieur des professions économiques, qui détient notamment la compétence de saisir de plaintes les commissions disciplinaires des trois instituts.
De beroepsinstituten staan onder het toezicht van de Hoge Raad voor Economische Beroepen die onder meer over de bevoegdheid beschikt om bij de tuchtcommissies van de drie instituten klacht neer te leggen.

Le ministre de l'Économie est compétent pour le Conseil supérieur des Professions économiques, qui, à son tour, exerce un contrôle sur l'Institut des Réviseurs d'Entreprises (IRE), l'Institut Professionnel des Comptables et Fiscalistes agréés (IPCF) et l'Institut des Experts-comptables et des Conseils fiscaux (IEC).
De minister van Economie is bevoegd voor de Hoge Raad voor de Economische Beroepen, die op zijn beurt toezicht uitoefent over het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR), het Beroepsinstituut van Erkende Boekhouders en Fiscalisten (BIBF) en het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten (IAB).

21 SEPTEMBRE 2016. - Arrêté ministériel portant nomination d'un membre du Conseil supérieur des médecins spécialistes et des médecins généralistes La Ministre de la Santé publique, Vu la loi relative à l'exercice des professions de soins de santé, coordonnée le 10 mai 2015, l'article 88; Vu l'arrêté royal du 21 avril 1983 fixant les modalités de l'agrément des médecins spécialistes et des médecins généralistes, l'article 4, modifié en dernier lieu par l'arrêté royal du 24 octobre 2013 et l'article 6, § 1, modifié en dernier lieu par l'arrêté royal du 29 février 2016; Considérant la loi du 20 juillet 1990 visant à promouvoir la présence équilibrée d'hommes et de femmes dans les organes possédant une compétence d'avis, l'article 2; Considérant l'arrêté ministériel du 24 juillet 2013 portant nomination des membres du Conseil supérieur des médecins spécialistes et des médecins généralistes; Considérant l'arrêté ministériel du 3 mars 2014 portant nomination d'un membre du Conseil supérieur des médecins spécialistes et des médecins généralistes (M.B., 27 mars 2014, p. 26825); Considérant l'arrêté ministériel du 3 mars 2014 portant nomination d'un membre du Conseil supérieur des médecins spécialistes et des médecins généralistes (M.B., 27 mars 2014, p. 26826); Considérant l'arrêté ministériel du 3 mars 2014 portant nomination d'un membre du Conseil supérieur des médecins spécialistes et des médecins généralistes (M.B., 27 mars 2014, p. 26826); Considérant l'arrêté ministériel du 28 janvier 2015 portant nomination d'un membre du Conseil supérieur des médecins spécialistes et des médecins généralistes; Considérant l'arrêté ministériel du 26 avril 2016 portant nomination d'un membre du Conseil supérieur des médecins spécialistes et des médecins généralistes,
21 SEPTEMBER 2016. - Ministerieel besluit houdende benoeming van een lid van de Hoge Raad van geneesheren-specialisten en van huisartsen De Minister van Volksgezondheid, Gelet op het wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 88 ; Gelet op het koninklijk besluit van 21 april 1983 tot vaststelling van de nadere regelen voor erkenning van artsen-specialisten en van huisartsen, artikel 4, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 oktober 2013 en artikel 6, § 1, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 februari 2016; Overwegende de wet van 20 juli 1990 ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid, artikel 2; Overwegende het ministerieel besluit van 24 juli 2013 houdende de benoeming van de leden van de Hoge Raad van geneesheren-specialisten en van huisartsen; Overwegende het ministerieel besluit van 3 maart 2014 houdende benoeming van een lid van de Hoge Raad van geneesheren-specialisten en van huisartsen (B.S., 27 maart 2014, p. 26825); Overwegende het ministerieel besluit van 3 maart 2014 houdende benoeming van een lid van de Hoge Raad van geneesheren-specialisten en van huisartsen (B.S., 27 maart 2014, p. 26826); Overwegende het ministerieel besluit van 3 maart 2014 houdende benoeming van een lid van de Hoge Raad van geneesheren-specialisten en van huisartsen (B.S., 27 maart 2014, p. 26826); Overwegende het ministerieel besluit van 28 januari 2015 houdende benoeming van een lid van de Hoge Raad van geneesheren-specialisten en van huisartsen; Overwegende het ministerieel besluit van 26 april 2016 houdende benoeming van een lid van de Hoge Raad van geneesheren-specialisten en van huisartsen,