2. Les États membres veillent à ce que leurs autorités compétentes chargées d'exercer la surveillance complémentaire aient accès, dans leurs contacts directs ou indirects avec les entités, réglementées ou non, appartenant à un conglomérat financier, à toute information pouvant intéresser ladite surveillance complémentaire.
2. De lidstaten bepalen dat hun voor de uitoefening van het aanvullende toezicht verantwoordelijke bevoegde autoriteiten, door de entiteiten in een financieel conglomeraat, ongeacht of dat al dan niet gereglementeerde entiteiten zijn, hetzij direct, hetzij indirect te benaderen, toegang dienen te krijgen tot alle informatie die voor dat aanvullende toezicht relevant kan zijn.