Sans préjudice des dispositions du titre V, chapitre II, section 3, de la présente directive, les États membres prévoient que, lorsque l'entreprise mère d'un ou plusieurs établissements de crédit est une compagnie holding mixte, les autorités compétentes chargées de la surveillance desdits établissements de crédit exercent une surveillance générale sur les transactions qu'ils effectuent avec la compagnie holding mixte et ses filiales.
Onverminderd het bepaalde in titel V, hoofdstuk 2, afdeling 3, van deze richtlijn bepalen de lidstaten dat, indien de moederonderneming van één of meer kredietinstellingen een gemengde holding is, de bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op deze kredietinstellingen algemeen toezicht uitoefenen op de transacties tussen de kredietinstellingen en de gemengde holding en haar dochterondernemingen.