Bien que la survie des entreprises familiales et le maintien de l'emploi dans ces entreprises puissent constituer, dans certaines circonstances et sous certaines conditions, une justification acceptable d'une réglementation régionale prévoyant un avantage fiscal, il n'a pas été démontré que cette justification existe en l'espèce (ibid., point 26).
Ofschoon het voortbestaan van familiale ondernemingen en het waarborgen van tewerkstelling in die ondernemingen, in bepaalde gevallen en onder bepaalde omstandigheden, een aanvaardbare rechtvaardiging kunnen vormen voor een gewestelijke regeling die een belastingvoordeel toekent, is niet aangetoond dat die rechtvaardiging te dezen voorhanden is (ibid., punt 26).