En outre, l'article 26, § 2, alinéa 3, énumère trois cas concernant uniquement « la juridiction, dont la décision est susceptible, selon le cas, d'appel, d'opposition, de pourvoi en cassation ou de recours en annulation au Conseil d'État ».
In artikel 26, § 2, derde lid, worden voorts drie gevallen genoemd die enkel gelden voor « het rechtscollege waarvan de beslissing vatbaar is voor, al naar het geval, hoger beroep, verzet, voorziening in cassatie of beroep tot vernietiging bij de Raad van State ».