souligne que la Charte des droits fondamentaux ne crée aucune compétence ni aucune tâche nouvelle pour la Communauté et pour l'Union, qu'elle ne modifie pas les compétences et tâches définies par les traités et qu'aucun de ses articles n'est en contradiction avec les règles qui établissent et définissent les droits fondamentaux dans les États membres, et que, par conséquent, doter cette Charte d'un caractère contraignant ne poserait aucun problème constitutionnel;
Het Handvest van de grondrechten creëert geen nieuwe bevoegdheden en taken, noch voor de Gemeenschap noch voor de Unie, het brengt geen verandering in de bevoegdheden en taken die in de Verdragen zijn vastgelegd en geen van de artikelen ervan is strijdig met de regelgeving van de lidstaten inzake de grondrechten. Het zou daarom geen enkel constitutioneel probleem opleveren als het Handvest een bindend karakter zou krijgen.