En définitive, l'actuel article 447, alinéa 3, fait surtout problème lorsqu'il s'agit d'une dénonciation calomniteuse, il se pourrait qu'alors en cas d'extinction, de non-lieu ou de classement sans suite sans que l'auteur de la calomnie se soit constitué partie civile, l'action en calomnie est « pour de bon » suspendue.
Uiteindelijk zit de moeilijkheid met het huidige artikel 447, 3º, vooral in geval het gaat om een lasterlijke aangifte, omdat dan bij verval, buitenvervolgingstelling of seponering zonder enige navolgende burgerlijke partij-stelling door de belediger , de vordering wegens laster « voorgoed » wordt geschorst.