D’après les règles existantes, en cas de connaissance d’une quelconque suspicion de fraude, de corruption ou d’une autre activité illégale, que ce soit suite au contrôle éffectué ou que l’affaire lui ait été rapportée par un tiers, la Cour doit en aviser immédiatement l’Office européen de lutte anti-fraude (OLAF).
Wanneer gedurende een controle een geval wordt ontdekt van vermoedelijke fraude, corruptie of enige andere illegale activiteit of wanneer een derde partij melding maakt van een zaak, dan dient de Rekenkamer, overeenkomstig de geldende regels, het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) hiervan onmiddellijk op de hoogte te stellen.