1. Lorsque la procédure d’insolvabilité concerne deux ou plusieurs membres d’un groupe d’entreprises, le syndic désigné dans la procédure relative à un membre du groupe coopère avec tout syndic désigné dans la procédure visant un autre membre du même groupe, pour autant qu’une telle coopération soit de nature à faciliter la gestion efficace de la procédure, ne soit pas incompatible avec les règles applicables à ladite procédure et n’engendre pas de conflit d’intérêts.
1. Wanneer een insolventieprocedure betrekking heeft op twee of meer leden van een groep ondernemingen, werkt een curator die is aangewezen in een procedure met betrekking tot een lid van de groep, samen met iedere curator die is aangewezen in een procedure met betrekking tot een ander lid van dezelfde groep voor zover deze samenwerking geschikt is om de doeltreffende uitvoering van de procedure te vereenvoudigen, niet onverenigbaar is met de op dergelijke procedures toepasselijke regels en geen belangenconflict veroorzaakt.