On entend par véhicule, au sens de la présente directive, tout véhicule à moteur muni d'un système d'allumage à haute tension, destiné à circuler sur route, avec ou sans carrosserie, ayant au moins quatre roues et une vitesse maximale par construction supérieure à 25 km/h, à l'exception des véhicules qui se déplacent sur rails, des tracteurs et machines agricoles, ainsi que des engins de travaux publics.
Onder voertuig wordt in deze richtlijn verstaan ieder met een hoogspanningsontstekingssysteem uitgerust motorvoertuig met of zonder carrosserie , op ten minste vier wielen en met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van meer dan 25 km/h , dat bestemd is om aan het wegverkeer deel te nemen , met uitzondering van voertuigen die zich over rails bewegen , landbouwtractoren , landbouwmachines en toestellen voor openbare werken .