La Commission de la protection de la vie privée a émis d'initiative, le 3 avril 2000, un avis relatif à la surveillance par l'employeur
de l'utilisation du système informatique sur le lieu de travail dans lequel elle souligne que « la détermination de ce qui est admissible ou non sur le lieu de travail peut dépendre de différents facteurs notamment du contexte de travail, de la nature des responsabilités de l'employeur et de l'employé et de la nature du travail à proprement parler » et en tire la conséquence suivante : « c'est ainsi au cas par cas et au sein de l'entreprise ou du service concerné que cette question devra êtr
e abordée ...[+++], afin que soit trouvé, conjointement par l'employeur et les employés ou leurs représentants un équilibre entre la légitimité d'un certain contrôle par l'employeur de l'utilisation des outils de travail d'une part, et la protection de la vie privée de l'employé d'autre part ».
De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer heeft uit eigen beweging, op 3 april 2000, een advies uitgebracht betreffende
het toezicht door de werkgever op het gebruik van het informaticasysteem op de werkplaats waarin zij benadrukt dat « het antwoord op de vraag naar wat al dan niet toelaatbaar is op de werkplaats van verscheidene factoren kan afhangen, onder meer van de werkomgeving, de aard van de verantwoordelijkheden van de werkgever en de werknemer en de aard van het werk op zich » en trekt hieruit volgende conclusie : « Aldus zal dit vraagstuk geval per geval, en binnen de onderneming of de betrokken dienst, a
...[+++]angesneden moeten worden, opdat de werkgever en de werknemers of hun vertegenwoordigers gezamenlijk een evenwicht kunnen vinden tussen de wettigheid van een zeker toezicht van de werkgever op het gebruik van de werkinstrumenten enerzijds, en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de werknemers anderzijds ».