Selon les parties requérantes, ces dispositions attaquées instaurent une différence de traitement non objectivement et raisonnablement justifiée entre, d'une part,
le condamné ou les tiers visés à l'article 464/1, § 3, du Code d'instruction criminelle, dans le cadre d'une enquête pénale d'exécution, et, d'autre part, la personne inculpée d'insolvabilité frauduleuse, en ce que le condamné ou
les tiers précités peuvent être contraints, par des sanctions pénales, de collaborer à l
a recherche dans un ...[+++]système informatique dans le cadre d'une enquête pénale d'exécution.Volgens de verzoekende partijen voeren die bestreden bepalingen een niet objectief en redelijk verantwoord verschil in behandeling in tussen, enerzijds, de veroordeelde of de derden bedoeld in artikel 464/1, § 3, van het Wetboek van strafvordering in het kader van een strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek en, anderzijds, de verdachte van bedrieglijk onvermogen in zoverre de veroordeelde of de voormelde derden middels strafrechtelijke sancties kunnen worden gedwongen om mee te werken aan de zoeking in een informaticasysteem in het kader van een strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek.