A
rt. 128. Tout manquement aux articles 33 à 42, aux missions confiées à l'OCAM par la loi, aux exigences en matièr
e d'habilitation de sécurité ou tout acte ou comportement, même en dehors de l'exercice de la fonctio
n, qui constitue un manquement aux obligations professionnelles ou qui est de nature à mettre en péril la dignité de la fonction, établi par les ministres ou par le comité ministériel du renseignement et de la sécurité, justifie qu'il soit
...[+++]mis fin à la désignation du directeur ou du directeur adjoint.
Art. 128. Elke schending van de artikelen 33 tot 42, op de door de wet aan het OCAD toevertrouwde opdrachten, op de vereisten inzake veiligheidsmachtiging of elke handeling of gedraging, zelfs buiten de uitoefening van het ambt, die een tekortkoming aan de beroepsplichten uitmaakt of die van aard is de waardigheid van het ambt in het gedrang te brengen, die bewezen geacht wordt door de ministers of door het Ministerieel comité voor inlichting en veiligheid, vormt een voldoende reden om aan de aanstelling van de directeur of de adjunct-directeur een einde te maken.