« Art. 13 bis. Sans préjudice de l'application de l'article 10, 8º, et de la possibilité pour l'étranger de se déclarer réfugié ou de demander à être reconnu comme tel conformément aux articles 50 et 51, une demande d'autorisation de séjour humanitaire peut être introduite par l'étranger qui a quitté son pays de résidence et dont le retour dans des conditions sûres, dignes et humaines est impossible en raison de la situation régnant dans ce pays, auprès du ministre ou de son délégué qui la transmet sans délai au Commissaire général aux réfugiés et aux apatrides.
« Art. 13 bis. Onverminderd de toepassing van artikel 10, 8º, en de mogelijkheid voor de vreemdeling om zich vluchteling te laten verklaren of te verzoeken als vluchteling te worden erkend overeenkomstig de artikelen 50 en 51, kan een aanvraag om
machtiging tot verblijf worden ingediend door de vreemdeling die het land waar hij normaal verblijft heeft verlaten en wiens terugkeer wegens de toestand in dat land niet kan verlopen in veilige, passende en menswaardige omstandigheden; die aanvraag moet worden gericht tot de minister of zijn gemachtigde, die ze onverwijld overzendt aan de Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staa
...[+++]tlozen.