3. Aux fins du séjour visé au paragraphe 1, les États membres délivrent au chercheur ou à l'étudiant ressortissant de pays tiers qui le demande un titre de séjour conformément au règlement (CE) no 1030/2002 dès lors que les conditions fixées à l'article 7, paragraphe 1, points a), c), d) et e), à l'article 7, paragraphe 6, et, le cas échéant, à l'article 7, paragraphe 2, de la présente directive sont toujours remplies.
3. Voor verblijf als bedoeld in lid 1 geven de lidstaten, op basis van een aanvraag van de onderzoeker of de student, aan de derdelander een verblijfsvergunning af overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1030/2002, mits nog aan de voorwaarden van artikel 7, lid 1, onder a), c), d) en e), en artikel 7, lid 6, en, indien van toepassing, van artikel 7, lid 2, van deze richtlijn is voldaan.