Art. 7. Dès l'arrêt définitif de la liste des candidats et au plus tard le mercredi 19 mai 2010, les présidents des bureaux principaux de collège remettent au greffier en chef du Conseil d'Etat, en personne ou par porteur, une expédition des procès-verbaux des décisions de ces bureaux, avec tous les documents intéressant le litige, dans le cas où ces décisions écartent des candidats à l'élection du Sénat au motif qu'ils n'ont pas satisfait au prescrit de l'article 116, § 4, alinéa 6, deuxième phrase, du Code électoral.
Art. 7. Zodra de kandidatenlijsten definitief zijn vastgesteld en uiterlijk op woensdag 19 mei 2010, overhandigen de voorzitters van de collegehoofdbureaus, persoonlijk of per bode, aan de hoofdgriffier van de Raad van State een uitgifte van de processen-verbaal van de beslissingen van die bureaus, met alle documenten die van belang zijn voor het geschil, ingeval die beslissingen kandidaten voor de verkiezing van de Senaat afwijzen omdat zij niet voldaan hebben aan de bepalingen van artikel 116, § 4, zesde lid, tweede zin, van het Kieswetboek.