Elle entend, notamment, « étendre les droits de l'ensemble des acteurs culturels; [.]; leur assurer une protection juridique adaptée afin de leur permettre de se développer [.] [et] favoriser la communication et la diffusion publiques [des] oeuvres » (Doc. parl., Sénat, S.E. 1991-1992, n° 145-1, p. 3; n° 145-2, p. 6).
Zij tracht met name « de rechten van alle scheppers van culturele werken [uit te breiden], [.] hun een aangepaste juridische bescherming [te] bieden zodat ze zich kunnen ontplooien [.] [en] de overbrenging aan en de verspreiding onder het publiek van die werken [te] bevorderen » (Parl. St., Senaat, B.Z. 1991-1992, nr. 145-1, p. 3; nr. 145-2, p. 6).