Pour clore définitivement le volet mémoriel de la Shoah (le volet historique étant naturellement confié aux historiens), il pense comme Maxime Steinberg que le Sénat pourrait proposer d'offrir, évidemment à titre posthume, un statut aux quelque 27 000 Juifs qui ont le plus souffert de la persécution à laquelle les administrations belges prêtèrent leur concours.
Om het herinneringsgedeelte van de Shoah definitief af te sluiten (het geschiedkundig gedeelte is uiteraard in handen van de historici), denkt hij zoals Maxime Steinberg dat de Senaat kan voorstellen dat aan de ongeveer 27 000 Joden die het zwaarst hebben geleden onder de vervolging waaraan de Belgische administraties hun medewerking hebben verleend, uiteraard postuum een statuut wordt toegekend.