Les sénateurs doivent veiller, même en dehors de leurs activités politiques, à ne pas développer des activités de services qui puissent porter atteinte à l'honneur ou à la dignité de leur mandat.
De senatoren moeten ervoor waken dat zij, ook buiten hun politieke activiteiten, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die de eer of de waardigheid van het mandaat kunnen schaden.