Les essais de résilience sont effectués à une température inférieure ou égale à la température minimale de service sans que cette température soit supérieure à - 20 ° C. Les valeurs moyennes obtenues pour chaque série d'essais doivent être d'au moins 35 J/cm, étant entendu que par série de trois essais au moins deux essais doivent atteindre la valeur moyenne prescrite sans que le résultat du troisième essai soit inférieur à 70 p.c. de cette valeur.
De kerfslagproeven worden uitgevoerd op een temperatuur lager dan of gelijk aan de minimum bedrijfstemperatuur, zonder dat deze temperatuur hoger dan - 20°C mag zijn. De gemiddelde waarden die voor elke reeks proeven bekomen worden, moeten minstens gelijk zijn aan 35 J/cm. Daarbij moeten per reeks van drie proeven ten minste twee proeven de voorggeschreven gemiddelde waarde bereiken, zonder dat het resultaat van de derde proef minder dan 70 pct. van deze waarde mag bedragen.