S'agissant des méthodes opérationnelles des services de renseignement et de sécurité, le gouvernement est d'avis qu'il convient de réserver la décision finale au dirigeant du service, mieux placé in concreto pour évaluer le besoin de recourir à la méthode spécifique ou exceptionnelle de recueil de données mais en liant sa décision à l'avis conforme de la commission administrative, à tout le moins dès lors qu'il s'agit du recours à une méthode exceptionnelle de recueil de données.
Aangaande de operationele methoden van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten is de regering van mening dat de eindbeslissing aan het diensthoofd dient te worden voorbehouden, daar deze persoon in concreto beter geplaatst is om de noodzaak in verband met de aanwending van de specifieke of bijzondere methode voor het verzamelen van gegevens te evalueren, maar deze beslissing dient te worden gekoppeld aan het eensluidend advies van de bestuurlijke commissie tenminste daar waar het de aanwending van een bijzondere methode voor het verzamelen van gegevens betreft.