10. invite les États membres à envisager d'introduire le paiement des services écosystémiques en tant qu'incitation à la gestion des forêts, compte tenu de l'importance du bois en tant que matière première renouvelable et respectueuse du climat et du rôle des chaînes de valeur forestières; indique qu'une gestion durable des forêts a des incidences positives sur la biodiversité, le climat, ainsi que sur la protection et la résilience des forêts par rapport aux incendies, tempêtes, ravageurs et maladies, et s'avère cruciale pour le développement économique, notamment des zones rurales et des régions périphériques;
10. verzoekt de lidstaten het denkbeeld van betalingen voor ecosysteemdiensten als prikkels voor bosbeheer in overweging te nemen, rekening houdend met het belang van hout als hernieuwbare en klimaatvriendelijke grondstof en met de rol van waardeketens in de houtsector; wijst erop dat duurzaam bosbeheer een positief effect heeft op de biodiversiteit, het klimaat, de bescherming en de weerbaarheid van bossen tegen branden, stormen, plagen en ziekten, en van cruciaal belang is voor de economische ontwikkeling, met name op het platteland en in afgelegen gebieden;