10.4.6. Les installations sanitaires comprennent au moins une douche ou baignoire, permettant une autonomie maximale des résidents et accessibles aux résidents se déplaçant en chaise roulante; celles-ci doivent être pourvues de dispositifs antidérapants et de barres d'appui.
10.4.6. De sanitaire installaties bevatten minstens een douche of een bad, die een maximale autonomie aan de bewoners verzekeren en die toegankelijk zijn voor de bewoners die zich in een rolstoel verplaatsen; deze installaties zijn voorzien van antislipapparatuur en steunstaven.