4. Sauf s'il existe des motifs de report au titre de l'article 15 ou si l'État d'exécution est déjà en possession des éléments de preuve mentionnés dans la mesure d'enquête visée par la décision d'enquête européenne, l'autorité d'exécution exécute la mesure d'enquête sans tarder et sans préjudice du paragraphe 5, au plus tard 90 jours suivant la date à laquelle la décision visée au paragraphe 3 a été prise.
4. Tenzij er op grond van artikel 15 redenen tot uitstel bestaan dan wel de uitvoerende staat het bewijsmateriaal genoemd in de in het EOB vervatte onderzoeksmaatregel reeds in zijn bezit heeft, wordt de onderzoeksmaatregel door de uitvoerende autoriteit onverwijld en, onverminderd lid 5, binnen negentig dagen na het nemen van de in lid 3 bedoelde beslissing uitgevoerd.