L'évaluation par le Comité de pilotage se fondera, notamment, sur les critères suivants : 1° la plus-value éducative de l'implémentation de la méthodologie de l'alternance; 2° le nombre et le profil des étudiants; 3° la disponibilité de places de stages; 4° le taux de réussite; 5° le taux et les motifs d'abandon; 6° le taux de satisfaction des partenaires; 7° le taux d'insertion professionnelle; 8° l'atteinte des niveaux 5, 6 ou 7.
De evaluatie door het sturingscomité zal inzonderheid op de volgende criteria steunen : 1° de educatieve meerwaarde van de invoering van de methode van het alternerend onderwijs; 2° het aantal en het profiel van de studenten; 3° de beschikbaarheid van stageplaatsen; 4° het slaagpercentage; 5° het percentage en de redenen voor het opgeven; 6° het voldoeningspercentage van de partners 7° het percentage van de inschakeling in het arbeidsproces; 8° het bereiken van de niveaus 5, 6 of 7.