Lorsque, en cas de rectification de la déclaration ou de taxation d'office, un délai d'un mois est laissé au contribuable pour faire valoir ses observations par écrit, la cotisation ne peut, hormis les exceptions prévues, être établie avant l'expiration de ce délai (articles 346, alinéa 3, et 351, dernier alinéa, du Code des impôts sur les revenus 1992 - CIR 1992).
Wanneer, in geval van een wijziging van aangifte of een aanslag van ambtswege, de belastingplichtige binnen de termijn van één maand schriftelijk zijn opmerkingen kan inbrengen, mag de aanslag, behoudens de voorziene uitzonderingen, niet worden gevestigd vóór die termijn verstreken is (artikelen 346, derde lid, en 351, laatste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 - WIB 1992).