La Cour de cassation a jugé que l'interdiction contenue dans l'article 464, 1°, du CIR 1992 empêche les communes de taxer les revenus bruts provenant d'une activité parce que ces revenus constituent un élément essentiel dans la détermination de la base de l'impôt sur les revenus (Cass., 5 mai 2011, F.10.0006.F), même s'il s'agit des recettes d'un spectacle (Cass., 10 décembre 2009, Pas., 2009, p. 2970).
Het Hof van Cassatie heeft geoordeeld dat het verbod vervat in artikel 464, 1°, van het WIB 1992 de gemeenten belet de bruto-inkomsten uit een activiteit te belasten omdat die inkomsten een essentieel bestanddeel zijn voor de vaststelling van de grondslag van de belasting op de inkomsten (Cass., 5 mei 2011, F.10.0006.F), zelfs indien het gaat om de ontvangsten van een vertoning (Cass., 10 december 2009, Arr. Cass., 2009, p. 2990).