Traduction de «taxes étaient tout » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

toutes taxes comprises | ttc [Abbr.]
inclusief belastingen

toutes taxes comprises
inclusief alle belastingen

l'interdiction de toutes taxes d'effet équivalent
het verbod van alle heffingen van gelijke werking.

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Outre l'objectif budgétaire que peut poursuivre tout législateur dans l'exercice de sa compétence fiscale, le législateur décrétal a, par l'article 2, 1°, f), du décret en cause, voulu soumettre les appareils distributeurs de tabacs, cigares et cigarettes à la taxe à laquelle étaient déjà soumis d'autres automates, dans un souci de justice fiscale.
Naast de begrotingsdoelstelling die elke decreetgever kan nastreven bij de uitoefening van zijn fiscale bevoegdheid heeft de decreetgever, met artikel 2, 1°, f), van het in het geding zijnde decreet, de apparaten voor de distributie van tabak, sigaren en sigaretten omwille van een fiscale rechtvaardigheid willen onderwerpen aan de belasting waaraan reeds andere automaten waren onderworpen.

Lors de l'élaboration de la loi du 23 octobre 1991, le ministre a ainsi précisé : « Une application correcte du principe ' non bis in idem ' impose, pour accepter ou refuser la défiscalisation de la plus-value, d'examiner si la société dont les titres étaient détenus est soumise ou non à un régime normal d'impôt des sociétés. Si oui, il est logique que l'actionnaire société de cette société ne soit pas retaxé. [...] En résumé, l'idée de base est bien la suivante : quelle que soit la manière dont les bénéfices de la filiale sont transférés à la société mère, si ces bénéfices ont été taxés, il n'y a plus lieu de retaxer. Le principe du ' non bis in idem ', qui n'était jusqu'à présent applicable qu'à la distribution de bénéfices de la filiale à la société mère, est ainsi étendu à toutes les opérations aboutissant à un effet similaire par la réalisation des titres ou par la liquidation de la filiale » (Doc. parl., Chambre, 1991-1992, n° 1784/3, pp. 4 et 5).
Bij de totstandkoming van de wet van 23 oktober 1991 heeft de minister aldus gepreciseerd : « Om de defiscalisatie van de meerwaarde te aanvaarden of te weigeren, vereist een juiste toepassing van het beginsel ' non bis in idem ' dat wordt nagegaan of de vennootschap waarvan de effecten in bezit waren, al dan niet onderworpen is aan een normaal stelsel van vennootschapsbelasting. Indien ja, dan is het logisch dat de vennootschap-aandeelhoudster van deze vennootschap niet opnieuw wordt belast. [...] Samengevat is de grondgedachte de volgende : ongeacht de wijze waarop de winsten van de dochteronderneming overgemaakt worden aan de moedermaatschappij, als deze winsten belast werden, hoeven ze niet nogmaals belast te worden. Het beginsel ' non bis in idem ' dat tot nu toe enkel van toepassing was op de uitkering van winsten van de dochteronderneming aan de moedermaatschappij wordt nu uitgebreid tot alle verrichtingen die uitmonden in een gelijkaardig gevolg door de verwezenlijking van effecten of door de vereffening van de dochteronderneming » (Parl. St., Kamer, 1991-1992, nr. 1784/3, pp. 4 en 5).

Avec la décision de ce jour, la Commission a conclu que toutes les conditions juridiques étaient réunies et que les États qui souhaitent introduire une taxe européenne sur les transactions financières devraient y être autorisés.
Met haar besluit van vandaag heeft de Commissie geconcludeerd dat aan alle wettelijke voorwaarden is voldaan en dat de lidstaten die werk willen maken van een EU-FTT, daarvoor toestemming moeten krijgen.

« Les articles 35bis à 35viciessemel de la loi du 26 mars 1971 sur la protection des eaux de surface contre la pollution, qui établissent pour la Région flamande une taxe sur la pollution des eaux, tels qu'ils étaient en vigueur pour l'exercice fiscal 2004, violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que le moyen est disproportionné au regard de l'objectif poursuivi, dans l'interprétation selon laquelle cette taxe pèse aussi et dans sa totalité sur l'eau déversée dans l'environnement en dehors de tout processus de production ou de traitement (comme une fuite, un robinet laissé (par hasard) ouvert, .), sans que le redevable ne dispose dans ce cas de la possibilité de bénéficier de l'exonération, totale ou partielle, ou de la diminution de la taxe (1) soit sur la base de la constatation que l'eau se retrouve, inaltérée et sans l'apport d'aucune matière ou substance, à nouveau dans les eaux de surface, (2) soit sur la base de la constatation que, à défaut d'adjonction de toute matière ou substance, l'eau ne produit qu'une pollution limitée, (3) soit sur la base de la constatation qu'il s'agit, en fonction ou non de la cause de la consommation d'eau, d'une eau qui s'écoule en dehors de la volonté du redevable ?
« Schenden de artikelen 35bis tot 35viciessemel van de Oppervlaktewaterenwet van 26 maart 1971 die voor het Vlaams Gewest een heffing invoeren op de waterverontreiniging, zoals van kracht voor het heffingsjaar 2004, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet omdat het middel onevenredig is ten opzichte van het nagestreefde doel, in de interpretatie waarbij deze heffing ook en onverminderd weegt op water dat buiten elk productie- of verwerkingsproces (zoals een lek, (toevallig) laten openstaan van de kraan, .), in het milieu wordt ingebracht, zonder dat de heffingsplichtige in dat geval over de mogelijkheid beschikt om de vrijstelling te genieten, geheel dan wel gedeeltelijk, dan wel de vermindering van de heffing (1) hetzij op grond van de vaststelling dat het water ongewijzigd en zonder de inbreng van enige stof of substantie opnieuw in het oppervlaktewater terecht komt, (2) hetzij op grond van de vaststelling dat het water bij gebrek aan toevoeging van enige stof of substantie slechts een beperkte vervuiling tot stand brengt, (3) hetzij op grond van de vaststelling dat het, al dan niet al naargelang de oorzaak van het waterverbruik, gaat om water dat buiten de wil van de heffingsplichtige wegvloeit ?

« Les articles 35bis à 35viciessemel de la loi du 26 mars 1971 sur la protection des eaux de surface contre la pollution, qui établissent pour la Région flamande une taxe sur la pollution des eaux, tels qu'ils étaient en vigueur pour l'exercice fiscal 2004, violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que le moyen est disproportionné au regard de l'objectif poursuivi, dans l'interprétation selon laquelle cette taxe pèse aussi et dans sa totalité sur l'eau déversée dans l'environnement en dehors de tout processus de production ou de traitement (comme une fuite, un robinet laissé (par hasard) ouvert,.), sans que le redevable ne dispose dans ce cas de la possibilité de bénéficier de l'exonération, totale ou partielle, ou de la diminution de la taxe (1) soit sur la base de la constatation que l'eau se retrouve, inaltérée et sans l'apport d'aucune matière ou substance, à nouveau dans les eaux de surface, (2) soit sur la base de la constatation que, à défaut d'adjonction de toute matière ou substance, l'eau ne produit qu'une pollution limitée, (3) soit sur la base de la constatation qu'il s'agit, en fonction ou non de la cause de la consommation d'eau, d'une eau qui s'écoule en dehors de la volonté du redevable ?
« Schenden de artikelen 35bis tot 35viciessemel van de Oppervlaktewaterenwet van 26 maart 1971 die voor het Vlaams Gewest een heffing invoeren op de waterverontreiniging, zoals van kracht voor het heffingsjaar 2004, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet omdat het middel onevenredig is ten opzichte van het nagestreefde doel, in de interpretatie waarbij deze heffing ook en onverminderd weegt op water dat buiten elk productie- of verwerkingsproces (zoals een lek, (toevallig) laten openstaan van de kraan,.), in het milieu wordt ingebracht, zonder dat de heffingsplichtige in dat geval over de mogelijkheid beschikt om de vrijstelling te genieten, geheel dan wel gedeeltelijk, dan wel de vermindering van de heffing (1) hetzij op grond van de vaststelling dat het water ongewijzigd en zonder de inbreng van enige stof of substantie opnieuw in het oppervlaktewater terecht komt, (2) hetzij op grond van de vaststelling dat het water bij gebrek aan toevoeging van enige stof of substantie slechts een beperkte vervuiling tot stand brengt, (3) hetzij op grond van de vaststelling dat het, al dan niet al naargelang de oorzaak van het waterverbruik, gaat om water dat buiten de wil van de heffingsplichtige wegvloeit ?

Cette conclusion résultait également de la constatation que la réduction fiscale accordée aux Açores ne concernait pas un système par lequel toutes les autorités locales du Portugal étaient autorisées à fixer le taux des taxes locales, mais qu’il s’agissait au contraire d’une mesure ad hoc permettant aux Açores uniquement de réduire de 30 % le taux d’imposition des entreprises défini par le gouvernement central, de telle sorte que le montant réel de la réduction fiscale n’était pas décidé par les Açores mais par le gouvernement central.
Dit leidde tot de constatering dat de belastingvermindering geen stelsel betrof waarbinnen alle lokale autoriteiten in Portugal zelf hun lokale belastingtarief konden bepalen, maar eerder een ad-hocmaatregel waardoor alleen de Azoren het door de centrale regering bepaalde tarief voor vennootschapsbelasting konden verlagen met 30 procent, zodat het feitelijke bedrag aan belastingvermindering niet was vastgesteld door de Azorese maar door de centrale regering.

Enfin, les autorités grecques qualifient d’erronée l’allégation des tierces parties selon laquelle l’OTE était exonéré du paiement de la taxe sur la publicité («droit d’annonce»), alors que toutes les autres sociétés étaient tenues de la verser.
Ten slotte verwerpen de Griekse autoriteiten als onjuist de bewering van de derde partij als zou OTE zijn vrijgesteld van advertentiebelasting, die andere ondernemingen in Griekenland wel verschuldigd zijn.

Conformément à l'article 26, mentionné au B.1.1, du décret du 22 décembre 1995, les taxes régionales étaient en effet dues si le bâtiment et/ou l'habitation étaient repris dans l'inventaire, et à l'échéance de toute nouvelle période de douze mois à partir de la date de la première inscription.
Overeenkomstig het in B.1.1 vermelde artikel 26 van het decreet van 22 december 1995 waren de gewestelijke heffingen immers verschuldigd op het ogenblik dat het gebouw en/of de woning werd opgenomen in de inventaris, en op het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de datum van de eerste inschrijving.

Comme tout le monde le sait, les services étaient en principe taxés au lieu d’établissement du prestataire.
Zoals bekend worden diensten in de regel belast in de plaats van vestiging van de dienstverlener.

Contrairement à ce qui se passe en Wallonie, où la consommation et la taxe étaient toutes deux calculées sur la même facture, la facturation en Flandre se fait toujours, jusqu'à présent, d'une part, sur la facture proprement dite pour la consommation d'eau et d'autre part, sur l'avertissement-extrait de rôle pour la taxe en fonction de la consommation.
In tegenstelling tot Wallonië, waar en het verbruik en de taks op dezelfde factuur werden verrekend, blijft de facturatie in Vlaanderen tot heden geschieden door enerzijds de reële factuur inzake waterverbruik en anderzijds het aanslagbiljet met de taks in functie van het verbruik.