Art. 6. Dans l'élaboration de toute décision relative à une demande de permis d'environnement ou à une modification, une suspension ou un retrait de permis d'environnement relatif à une installation visée à l'article 1, l'Institut doit prendre en considération les recommandations de la Commission européenne sur l'utilisation des substances et des techniques ayant le moins d'effets potentiels sur l'air, l'eau, le sol, les écosystèmes et la santé humaine.
Art. 6. Bij het nemen van elke beslissing over een milieuvergunningsaanvraag of over een wijziging, schorsing of intrekking van een milieuvergunning betreffende een in artikel 1 bedoelde installatie moet het Instituut rekening houden met de richtsnoeren van de Europese Commissie voor het gebruik van stoffen en technieken die de minste potentiële effecten op lucht, water, bodem, ecosystemen en de menselijke gezondheid hebben.