22. ne juge ni réaliste ni souhaitable de remettre en question le principe du consensus dans le processus décisionnel de l'OMC, qui garantit, contrairement au vote à la majorité (ou à la majorité qualifiée), l'égalité de tous les membres; estime toutefois que diverses solutions pourraient être étudiées en vue de faciliter, au cas par cas, l'émergence d'un tel consensus;
22. oordeelt dat het realistisch noch wenselijk is om het principe van consensus binnen het besluitvormingsproces van de WTO ter discussie te stellen omdat dit principe, anders dan stemming bij meerderheid (of gewogen stemming), de gelijkheid van alle leden waarborgt; is evenwel van mening dat er diverse andere mogelijkheden bestudeerd kunnen worden om het bereiken van consensus in de afzonderlijke gevallen te vergemakkelijken;