Si le destinataire invoque l'interdiction du spamming, prévue à l'article 15, § 1 , à rencontre d'un prestataire qui lui envoie des messages publicitaires, il revient au prestataire d'apporter la preuve du consentement préalable, libre, spécifique et informé du destinataire à recevoir de tels messages.
Indien de geadresseerde het verbod op spamming, als bedoeld in artikel 15, § 1, aanvoert tegen een dienstverlener die hem reclameboodschappen toezendt, moet de dienstverlener bewijzen dat de geadresseerde hiertoe vooraf zijn vrije, specifieke en op informatie berustende toestemming heeft gegeven.