« Les limites de responsabilité prévues aux articles 25, 26, 30, 32, 33, 40, 42, 43, 45 et 46 ne s'appliquent pas, s'il est prouvé que le dommage résulte d'un acte ou d'une omission que le chemin de fer a commis, soit avec l'intention de provoquer un tel dommage, soit témérairement et avec conscience qu'un tel dommage en résultera probablement».
« De beperkingen van de aansprakelijkheid voorzien in de artikelen 25, 26, 30, 32, 33, 40, 42, 43, 45 en 46 zijn niet van toepassing indien het bewezen is dat de schade voortkomt uit een daad of een nalaten vanwege de spoorweg, ofwel met de bedoeling zulke schade te veroorzaken, ofwel begaan uit roekeloosheid en met het besef dat zulke schade vermoedelijk zal ontstaan».