19. relève que le volume des aides d'État a baissé mais affirme que celui-ci reste toutefois trop élevé; préconise en particulier une réduction des aides d'État ad hoc en raison de leur caractère préjudiciable; les entreprises publiques devraient être soumises aux mêmes règles que les entreprises privées. Ce n'est que si les organismes gouvernementaux assument leurs tâches publiques sans aucune dimension commerciale que certaines dispositions sont
envisageables. Les dérogations nationales devraient être réduites à un "strict minimum”. En outre, toute dérogation devrait être transparente, proportionnelle, claire et n
ettement f ...[+++]ormulée; réaffirme que le contrôle des aides d'État dans l'Union européenne s'appuie sur le principe selon lequel, si les aides d'État sont incompatibles avec le marché commun, l'octroi de telles aides par les États membres peut être justifié dans des circonstances exceptionnelles; 19. constateert dat het niveau van de staatssteun weliswaar afneemt, maar nog altijd te hoog is; dringt erop aan dat met name op ad hoc-basis verleende staatssteun moet worden teruggebracht, gezien het schadelijke karakter van deze vorm van overheidssteun; is van mening dat overheidsbedrijven aan dezelfde regels onderworpen zouden moeten zijn als particuliere ondernemingen, dat er alleen u
itzonderingen mogen gelden als overheidsinstellingen hun openbare taak zonder enig commercieel oogmerk uitvoeren, dat nationale ontheffingen tot een “absoluut minimum” moeten worden beperkt en dat dergelijke uitzonderingen transparant, proportioneel,
...[+++]duidelijk en strak geformuleerd moeten zijn; herhaalt dat de EU-controle op staatssteun uitgaat van het beginsel dat staatssteun weliswaar niet verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt, maar dat de toekenning van dergelijke steun in uitzonderlijke gevallen gerechtvaardigd kan zijn;