En vertu de l'article 16, § 4, de la loi sur la protection de la vie privée, cité en B.70.3, le responsable du traitement et le sous-traitant doivent prendre les mesures techniques et organisationnelles requises pour protéger les données à caractère personnel contre la perte fortuite de données et l'accès accidentel à de telles données, afin de garantir la sécurité de ces données.
Krachtens het in B.70.3 aangehaalde artikel 16, § 4, van de Privacywet, moeten de verantwoordelijke van de verwerking en de verwerker de gepaste technische en organisatorische maatregelen nemen die nodig zijn voor de bescherming van de persoonsgegevens tegen, onder meer, toevallig verlies en toevallige toegang tot persoonsgegevens, en dit met het oog op het waarborgen van de veiligheid van die gegevens.