Lorsqu'un administrateur est en mesure de démontrer qu'un indice de référence qu'il fournit repose sur des données réglementées ou est un indice de référence de matière première qui ne repose pas sur des communications faites par des contributeurs qui ne sont pas, dans leur majorité, des entités surveillées dont le groupe a pour activité principale la fourniture de services d'investissement au sens de la directive 2014/65/UE ou des activités bancaires au sens de la directive 2013/36/UE, les exonérations prévues pour de tels indices de référence, visées respectivement aux articles 12 bis et 14 bis, s'appliquent à lui.
Indien een beheerder in staat is om aan te tonen dat een door hem aangeboden benchmark gebaseerd is op gereguleerde gegevens of een benchmark voor grondstoffen is die niet is gebaseerd op indieningen van contribuanten, waarvan de meeste geen onder toezicht staande entiteiten zijn waarvan het hoofdbedrijf op groepsniveau bestaat in het verlenen van beleggingsdiensten in de zin van Richtlijn 2014/65/EU of bankactiviteiten in de zin van Richtlijn 2013/36/EU, gelden de vrijstellingen voor dergelijke benchmarks, zoals bepaald in de artikelen 12 bis en respectievelijk 14 bis voor de beheerder.