Ainsi, les personnes considérées comme temporairement absentes visées à l'article 18, alinéa 1, 1°, 3°, 4°, 5° et 7°, qui ne possèdent plus de résidence en Belgique ne peuvent dorénavant plus bénéficier de la possibilité d'une inscription en adresse de référence qui leur était accordée dans les Instructions générales du 7 octobre 1992 concernant la tenue des registres de la population et des étrangers (numéros 98 et 103).
Zo kunnen de in artikel 18, eerste lid, 1°, 3°, 4°, 5° en 7° bedoelde personen die als tijdelijk afwezig beschouwd worden en die geen verblijfplaats meer hebben in België, zich voortaan niet meer laten inschrijven op een referentieadres, hetgeen voor hen in het verleden mogelijk was ingevolge de Algemene Onderrichtingen van 7 oktober 1992 betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister (nummers 98 en 103).