Cette directive administrative, reprise dans la circulaire administrative du 13 juillet 1998, n° Ci.RH.243/486.044 et dans le commentaire administratif du Code des impôts sur les revenus 1992 (CIR 1992), est basée sur un certain nombre d'arrêts du Conseil d'État qui ont été repris dans les annexes 4 et 5 de la circulaire susmentionnée, et a été entre-temps confirmée par de nombreux arrêts, notamment de la cour d'appel de Bruxelles du 18 février 1999 et de la cour d'appel d'Anvers du 22 février 2000. b) L'article 53, 15° CIR 1992 dispose en la matière que des pertes de sociétés prises en charge ne peuvent être acceptées à titre de frais professionnels que s'il s'agit de dirigeants d'entreprise qui réalisent cette prise en charge par le paiem
...[+++]ent irrévocable et sans condition d'une somme, effectué en vue de sauvegarder des revenus professionnels que ces dirigeants retirent périodiquement de la société et que la somme ainsi payée soit intégralement affectée par la société à l'apurement de ses pertes professionnelles.Deze administratieve richtlijn, opgenomen in de administratieve circulaire van 13 juli 1998, nr. Ci.RH.243/486.044 en de administratieve commentaar op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992), is gesteund op een aantal arresten van de Raad van State die als bijlagen 4 en 5 bij de voormelde circulaire zijn opgenomen, en is ondertussen door talrijke arresten bevestigd, onder meer van het hof van beroep te Brussel van 18 februari 1999 en van het hof van beroep te Antwerpen van 22 februari 2000. b) Artikel 53, 15° WIB 1992 bepaalt terzake dat ten laste genomen verliezen van vennootschappen enkel als beroepskosten worden aanvaard indien het gaat om bedrijfsleiders die deze tenlasteneming verwezenlijken door de onherroepelijke beta
...[+++]ling van een som voor het behoud van beroepsinkomsten welke die leiders periodiek uit de vennootschap verkrijgen en de aldus betaalde som door de vennootschap volledig wordt gebruikt voor de aanzuivering van haar verliezen.