La loi du 30 juillet 1963 tend à résoudre le problème de « la tendance très marquée de faire échapper les agents de la représentation commerciale aux lois protectrices du travail et au régime de la sécurité sociale » (Doc. parl., Sénat, 1962-1963, n° 185, p. 1).
De wet van 30 juli 1963 beoogt een antwoord te bieden aan « het in het oog vallende streven om de agenten van de handelsvertegenwoordiging aan de beschermende arbeidswetten en aan de maatschappelijke zekerheid te doen ontkomen » (Parl. St., Senaat, 1962-1963, nr. 185, p. 1).