17. is van mening dat de bepalingen betreffende de diepe en brede vrijhandelsruimte geen enkele commerciële uitdaging aan het adres van de Russische Federatie inhouden en dat de associatieovereenkomst geen belemmering is voor goede betrekkingen tussen Oekraïne en zijn oosterbuur; herinnert eraan dat vrede en voorspoed in het gemeenschappelijke nabuurschapsgebied zowel ten goede komen aan de EU als aan Rusland en herhaalt ervan overtuigd te zijn dat samenwerking om dit doel te bereiken de enige weg is in de goede richting; verzoekt de EU snel manieren te zoeken om Rusland te betrekken bij de zoektocht naar een duurzame politieke oplossing in Oekraïne en dringt er bij de EU en Rusland op aan hun invloed aan te wenden en alles in het werk te
...[+++] stellen om een verdere geweldescalatie te voorkomen en separatistische acties te ontmoedigen; verwerpt krachtig de idee van een nieuwe opdeling van Europa in invloedssferen;