Par ces motifs, la Cour dit pour droit : Interprété en ce sens que le défaut de production d'un certificat médical circonstancié joint à la requête, ou produit, en cas d'urgence, dans les huit jours de la demande du juge de paix, entraîne l'irrecevabilité de la demande tendant à entendre autoriser la personne protégée à disposer de ses biens par donations entre vifs ou par dispositions de dernières volontés et ne peut être couvert par une expertise médicale ordonnée par le juge de paix, l'article 488bis, h), § 2, alinéa 6, combiné avec l'article 488bis, b), § 6, du Code civil, viole les articles 10 et 11 de la Constitution.
Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 488bis, h), § 2, zesde lid, in samenhang gelezen met artikel 488bis, b), § 6, van het Burgerlijk Wetboek, in die zin geïnterpreteerd dat de ontstentenis van overlegging van een omstandige geneeskundige verklaring gevoegd bij het verzoekschrift of
, in spoedeisende gevallen, overgelegd binnen acht dagen na het verzoek van de vrederechter, leidt tot de niet-ontvankelijkheid van de vordering die ertoe strekt de beschermde persoon ertoe te horen machtigen over zijn goederen te beschikken bij schenking onder levenden of bij uiterste wilsbeschikking, en niet kan worden gedekt door een door de vr
...[+++]ederechter bevolen medisch deskundigenonderzoek, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.