3. Vu l'audience tenue à propos de l'affaire n° 5621 et dans l'intérêt d'une bonne administration de la justice, il convient, en application de l'article 107 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, de rouvrir les débats dans l'affaire n° 5621, afin d'y joindre les affaires n 5814 et 5818, pour que les trois affaires puissent être traitées simultanément.
3. Gelet op de terechtzitting gehouden over de zaak nr. 5621 en in het belang van een behoorlijke rechtsbedeling is het aangewezen om, met toepassing van artikel 107 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, de debatten te heropenen in de zaak nr. 5621, teneinde de zaken nrs. 5814 en 5818 ermee samen te voegen, zodat de drie zaken tegelijkertijd kunnen worden behandeld.