En effet, même si l'article 5.4 de la Convention européenne des droits de l'homme ne fait naître aucun droit à un recours contre les décisions juridictionnelles visant à ordonner ou à prolonger une arrestation, de sorte que le lé
gislateur n'est pas tenu de prévoir un pourvoi en cassation contre une décision de maintien de la détention préventive, il n'en demeure pas moins qu'un contrôle de la légalité de ces décisions, et notamment du respect de l'obligation de motivation spéciale qui incombe aux juridictions d'instruction, constitue une garantie essentielle en ce domaine, ce que le législateur avait confirmé par la loi du 20 juillet 199
...[+++]0 et ce qu'il a encore confirmé en maintenant, par l'article 137 attaqué, un pourvoi en cassation à l'égard de la première décision de maintien de la détention préventive.Immers, hoewel artikel 5.4 van het Europees Verdrag voo
r de rechten van de mens geen enkel recht doet ontstaan op een beroep tegen de jurisdictionele beslissingen die ertoe strekken een aanhouding te bevelen of te verlengen, zodat de wetgever niet ertoe gehouden is te voorzien in een cassatieberoep tegen een beslissing tot handhaving van de voorlopige hechtenis, vormt een controle van de wettigheid van die beslissingen, en met name van de inachtneming van de verplichting van een bijzondere motivering waartoe de onderzoeksgerechten gehouden zijn, op dat gebied niettemin een essentiële waarborg, hetgeen de wetgever heeft bevestigd bij de w
...[+++]et van 20 juli 1990 en hetgeen hij opnieuw heeft bevestigd door, bij het bestreden artikel 137, een cassatieberoep te behouden ten aanzien van de eerste beslissing tot handhaving van de voorlopige hechtenis.