2. À chaque mouvement non commercial à destination d’un État membre depuis un autre État membre ou depuis un territoire ou un pays tiers répertorié conformément à l’article 13, paragraphe 1, et, le cas échéant, à l’article 15, le propriétaire ou la personne autorisée est tenu, à la demande de l’autorité compétente chargée des contrôles visés au paragraphe 1 du présent article:
2. Tijdens niet-commercieel verkeer naar een lidstaat uit een andere lidstaat of een in de op grond van artikel 13, lid 1, en, indien van toepassing, artikel 15, vastgestelde lijst opgenomen gebied of derde land, dient de eigenaar of de gemachtigde persoon op verzoek van de bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor de in lid 1 vastgestelde controles: