«Les États membres peuvent prévoir que la contribution maximale des biocarburants produits à partir de céréales et d'autres plantes riches en amidon, sucrières et oléagineuses et à partir de cultures cultivées en tant que cultures principales essentiellement à des fins de production d'énergie sur des terres agricoles aux fins du respect de l'objectif visé au premier alinéa du présent paragraphe ne dépasse pas la contribution maximale fixée à l'article 3, paragraphe 4, deuxième alinéa, point d), de la directive 2009/28/CE».
„De lidstaten kunnen bepalen dat, met het oog op het behalen van het in de eerste alinea van dit lid bedoelde streefcijfer, de maximumbijdrage van biobrandstoffen geproduceerd uit granen en andere zetmeelrijke gewassen, suikers en oliegewassen en uit gewassen die als hoofdgewas primair voor energiedoeleinden op landbouwgrond worden geteeld, niet meer bedraagt dan de maximumbijdrage die is vastgesteld in artikel 3, lid 4, tweede alinea, onder d), van Richtlijn 2009/28/EG”.