En ce qui concerne l'exercice des compétences pouvant conduire à de graves atteintes au droit au respect de la vie privée et familiale, du domicile et des communications, les États membres devraient mettre en place des garde-fous adéquats et efficaces contre toute pratique abusive ou arbitraire, par exemple, le cas échéant, au moyen d'une autorisation préalable donnée par les autorités judiciaires de l'État membre concerné.
Bij de uitoefening van de bevoegdheden die verregaand kunnen ingrijpen in het recht op de eerbiediging van het privéleven, het familie- en gezinsleven, de woning en de communicatie, dienen de lidstaten te voorzien in adequate en doeltreffende bescherming tegen misbruik of willekeur, bijvoorbeeld indien passend door middel van voorafgaande toestemming van de gerechtelijke autoriteit van de lidstaat in kwestie.